In de universele zondigheid en schuld van de gevallen mens

Wij geloven in de universele zondigheid en schuld van de gevallen mens. Wij geloven dat de mens geschapen is naar het beeld van God. Maar door de zonde van Adam is de mensheid gevallen, heeft ieder mens de zondige natuur geërfd en is tussen God en de mens scheiding ontstaan. De mens is niet in staat zelf zijn verlorenheid op te lossen.

Gen. 1:26-27
26 God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken; zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ 27 God schiep de mens als zijn evenbeeld, als evenbeeld van God schiep hij hem, mannelijk en vrouwelijk schiep hij de mensen.

Joh 3:18
18 Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon.

Joh 3:35-36
35 De Vader heeft de Zoon lief en heeft alle macht aan hem overgedragen. 36 Wie in de Zoon gelooft heeft eeuwig leven, wie de Zoon niet wil gehoorzamen zal dat leven niet kennen; integendeel, Gods toorn blijft op hem rusten.’

Rom. 3:23
3 Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God;

Rom. 5:12
12 Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd.

Rom. 6:23
23 Het loon van de zonde is de dood, maar het geschenk van God is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Heer.

Ef. 2:1-3
1 U was dood door de misstappen en zonden 2 waarmee u de weg ging van de god van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is in hen die God ongehoorzaam zijn. 3 Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door onze wereldse begeerten, wij volgden alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander.

Ef. 2:12
12 bedenk dat u destijds niet verbonden was met Christus, geen deel had aan het burgerschap van Israël en niet betrokken was bij de verbondssluitingen en de beloften die daarbij hoorden. U leefde in een wereld zonder hoop en zonder God.

2 Th. 1:7-9
7-8 en u, die nu onderdrukt wordt, samen met ons van alle last bevrijden wanneer Jezus, de Heer, vanuit de hemel verschijnt. Dan komt hij in een vlammend vuur en omringd door engelen, door wie hij zijn macht manifesteert; dan straft hij hen die God niet erkennen en het evangelie van onze Heer Jezus niet gehoorzamen.  9 Ze zullen voor eeuwig worden verstoten, ver van de Heer en van zijn kracht en majesteit.