Het huwelijk is door God ingesteld en is een verbintenis tussen één man en één vrouw voor heel hun leven. De seksualiteit is door God gegeven en is beperkt tot binnen deze gehuwde relatie. God keurt ontucht, overspel en echtscheiding af en waarschuwt de mens daartegen om ons te beschermen tegen veel pijn, verdriet en ellende. Door persoonlijke hulp en/of onderwijs over huwelijk en kinderopvoeding streven wij ernaar mensen te helpen gezonde huwelijken en gezinnen te hebben. We willen niet alleen de ouders helpen, maar ook de kinderen. Ze zijn even belangrijk en daarom hebben we verschillende kinder- en jeugdbedieningen binnen de gemeente.
Alleenstaande mannen/vrouwen/ouders alsook gescheiden mensen zijn ook waardevol, belangrijk en worden ook gewaardeerd. Ook zij horen er helemaal bij. God wijst de gescheiden persoon niet af dus willen wij dat ook niet doen!
Gen. 2:24-25
24 Zo komt het dat een man zich losmaakt van zijn vader en moeder en zich hecht aan zijn vrouw, met wie hij één van lichaam wordt.
25 Beiden waren ze naakt, de mens en zijn vrouw, maar ze schaamden zich niet voor elkaar.
Spr. 5:15-19
15 Drink water uit je eigen bekken,
ga naar de stromen van je eigen bron.
16 Je wilt toch niet dat ze de vrije loop krijgen
en de pleinen overstromen?
17 Ze zijn van jou, van jou alleen,
laat niemand anders ervan drinken.
18 Moge je bron gezegend zijn,
moge de geliefde van je jeugd je vreugde geven.
19 Ze is zo lieflijk als een hinde, bekoorlijk als een ree.
Ze laat je altijd van haar borsten drinken,
je kunt eindeloos verzinken in haar liefde.
Hooglied 7:6-10
6 Je hoofd rijst op als de Karmel,
omkruld door purperen lokken,
waarin een koning ligt verstrikt.
Hij
7 Wat ben je mooi, wat ben je bekoorlijk,
liefde en verrukking, dat ben jij.
8 Als een palm is je gestalte,
je borsten zijn als druiventrossen.
9 Ik dacht: Laat ik die palm beklimmen,
ik wil zijn bladeren grijpen.
Laten jouw borsten
als trossen van de wijnstok zijn,
je adem als de geur van appels,
10 je tong als zoete wijn
waarin mijn kussen baden,
mijn lippen en tanden gedompeld zijn.
1 Cor. 7:1-5
1 Dan nu de punten waarover u mij geschreven hebt.
U zegt dat het goed is dat een man geen gemeenschap met een vrouw heeft. 2 Maar om ontucht te vermijden moet iedere man zijn eigen vrouw hebben en iedere vrouw haar eigen man. 3 En een man moet zijn vrouw geven wat haar toekomt, evenals een vrouw haar man. 4 Een vrouw heeft niet zelf de zeggenschap over haar lichaam, maar haar man; en ook een man heeft niet zelf de zeggenschap over zijn lichaam, maar zijn vrouw. 5 Weiger elkaar de gemeenschap niet, of het moest zijn dat u er wederzijds mee instemt u enige tijd aan het gebed te wijden. Kom daarna echter weer samen; anders zal Satan uw gebrek aan zelfbeheersing gebruiken om u te verleiden.
1 Th. 4:3-8
3 Het is de wil van God dat u een heilig leven leidt: dat u zich onthoudt van ontucht, 4 dat ieder van u zijn lichaam heiligt en in eerbaarheid weet te beheersen 5 en dat u niet zoals de ongelovigen, die God niet kennen, toegeeft aan uw hartstocht en begeerte. 6 Schaad of bedrieg uw broeder of zuster in dit opzicht niet, want de Heer vergeldt dit alles, zoals wij u vroeger al nadrukkelijk hebben voorgehouden. 7 God heeft ons niet geroepen tot zedeloosheid, maar tot een heilig leven. 8 Dus wie deze voorschriften verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, die u zijn heilige Geest geeft.
Hebr. 13:4
4 Houd het huwelijk in ere, in alle omstandigheden, en houd het echtelijk bed zuiver, want overspeligen en echtbrekers zal God veroordelen.